NRC-erkenning

Coöperatieve vennootschap erkend door de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC)

Wat is de NRC?

De NRC werd in 1955 door de overheid opgericht om de coöperatieve idee te verspreiden en in stand te houden. Dit had te maken met het vrijblijvende karakter van de oorspronkelijke vennootschapswetgeving uit 1873: wie een coöperatie oprichtte, werkte niet noodzakelijk volgens de coöperatieve principes. De NRC erkent coöperatieve vennootschappen die de fundamentele waarden en principes van het coöperatief ondernemen respecteren. Een erkenning is dus een soort van kwaliteitslabel. Voor alle duidelijkheid: de NRC is géén federatie van coöperaties.

De NRC verenigt zo’n 650 coöperatieve vennootschappen en hun federaties die begaan zijn met de fundamentele waarden van de coöperatieve beweging. Als jouw coöperatie in overeenstemming met de coöperatieve waarden werkt, kan je daarvoor door de Nationale Raad voor de Coöperatie erkend worden en er lid van worden.
Sedert 2019 staat de NRC ook in voor de erkenning van Landbouwvennootschappen en Sociale Ondernemingen.

Voorwaarden tot erkenning

Om erkend te worden, moet je in de statuten van je vennootschap een aantal artikels opnemen over de voornaamste principes van coöperatief ondernemen:

  • De toetreding tot een coöperatieve vennootschap is vrijwillig. Vennoten mogen niet gediscrimineerd worden. De toetredingsvoorwaarden moeten op objectieve criteria gestoeld zijn. Zo mag bijvoorbeeld een aanvraag tot toetreding niet worden geweigerd op grond van het geslacht, het ras, oorsprong of politieke of religieuze overtuiging van de kandidaat-vennoot.
  • De democratische gedachte wordt gerespecteerd op de algemene vergadering (gelijk stemrecht of een zekere beperking van het stemrecht voor grote aandeelhouders die nooit meer mag bedragen dan 10% van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemmen op de Algemene Vergadering.
  • De bestuurders en commissarissen worden door de algemene vergadering van de vennoten benoemd.
  • Beperking van de uitkering van dividenden tot 6 %, omdat de strategische keuzes van de onderneming niet gemaakt worden in functie van de financiële belangen van de aandeelhouders.
  • Het mandaat van bestuurders is in principe niet bezoldigd. Afwijkingen zijn mogelijk mits goedkeuring door de algemene vergadering. De vergoeding mag evenwel nooit bestaan uit een deelname in de winst (zogenaamde tantièmes).
  • De vennootschap heeft als doel in de behoeften van haar vennoten te voorzien.
  • Een gedeelte van de jaarlijkse inkomsten wordt voorbehouden voor informatieverstrekking over de coöperatieve principes.
  • Een jaarverslag opstellen over de concrete toepassing van deze erkenningsvoorwaarden.

Eens de akte van jouw coöperatie verleden is, volstaat het om deze samen met een aanvraag formulier en een aantal bijlagen te verzenden naar de FOD Economie dat het secretariaat van de NRC huisvest.

Terug naar boven

Voordelen van de erkenning

Erkende coöperatieve vennootschappen genieten een aantal voordelen:

  • Eerst en vooral: de NRC formuleert adviezen aan de bevoegde ministers (Economie, Justitie, Financiën) over kwesties die coöperaties aanbelangen. Als lid van de NRC heb je de kans om mee te wegen op het beleid met betrekking tot coöperatieve vennootschappen o.a. op het vlak van vennootschapswetgeving, fiscaliteit, …
  • Je kan tegelijk loontrekkende en bestuurder van je vennootschap zijn, want het sociaal statuut van werknemers kan van toepassing zijn op bestuurders die hun voornaamste activiteit wijden aan het dagelijks beheer van een erkende coöperatie.
  • Dividenden worden niet meegerekend in de belastbare grondslag van de vennootschap. Keer je dividenden uit, dan mag je het totale bedrag hiervan in mindering brengen van je belastbare grondslag, je winst voor belastingen dus. Het Wetboek van Inkomstenbelastingen (art. 185, § 1 WIB 1992) voorziet immers voor erkende coöperaties een wettelijke uitzondering op de algemene regel dat uitgekeerde dividenden behoren tot de belastbare grondslag. De uitzondering zal meer bepaald gelden voor “het gedeelte van de aan natuurlijke personen toegekende dividenden van door de Nationale Raad van de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen dat niet meer bedraagt dan [te indexeren] 125 EUR per natuurlijke persoon”. Vooral coöperaties die veel vennoten hebben en een dividendbeleid voeren,  kunnen hier een aanzienlijk fiscaal voordeel mee doen.
  • Als kleine vennootschap heb je altijd recht op de uitgebreide toepassing van het verlaagde belastingtarief voor vennootschappen. Er bestaat een verlaagd belastingtarief voor de vennootschappen waarvan de belastbare inkomsten niet meer bedragen dan 322.500 euro. Erkende coöperaties genieten van dit verlaagd tarief, ook al vallen ze onder een van de voorziene uitsluitingen (artikel 215, tweede lid, 1°, 2° en 4° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen) die wel gelden voor andere types kleine vennootschappen.
  • Je mag de titel ‘erkende coöperatie’ dragen en gebruiken op al je communicatiedragers van website tot visitekaartjes. Meer zelfs: de vennootschapswet verplicht erkende coöperaties aan de benaming van haar rechtsvorm op alle publieke stukken het woord “erkend” toevoegen (afgekort als ‘erkende CV’).
  • De erkende coöperatie kan genieten van de communicatie-inspanningen van de Nationale Raad voor de Coöperatie.

Erkenning van coöperatieve vennootschappen

Vandaag moeten coöperaties elke vier jaar hun erkenningsaanvraag bevestigen, de administratie moet dit onderzoeken. Het gaat over bijna 600 coöperaties. Dit zou veranderen in een erkenning van onbepaalde duur, waarbij de administratie geregeld controleert of de voorwaarden nog vervuld zijn.

De erkenningscriteria zouden worden herschreven op een manier die voor een leek begrijpelijk is. Daarnaast wordt een en ander aangepast aan het specifieke statuut van de coöperatieve vennootschappen met sociaal oogmerk.  Ze worden bv. vrijgesteld van het bezorgen van een voordeel aan de vennoten – zij hebben immers een ander, sociaal oogmerk.

Samenstelling

Tot op heden wordt de NRC samengesteld op basis van voordrachten uit vier commissies, die de vier sectoriële sectoren vertegenwoordigen waarin de erkende coöperatieve vennootschappen actief zijn: landbouw, verbruik, productie-distributie en diensten. Oorspronkelijk moesten deze commissies de adviezen van de Raad voorbereiden. In de praktijk gebeurt dit al heel lang door een van de ad hoc werkgroepen: de Werkgroep Wetgeving. Om met deze evolutie rekening te houden, wordt de instelling hervormd. De bedoeling is: meer representativiteit en een soepeler werking.

  • Er komt een Algemene Vergadering waarin elke erkende coöperatie kan zetelen.
  • Een bestuursorgaan van maximaal 20 personen uit groeperingen en de belangrijkste coöperatieve vennootschappen.
  • Er kunnen specifieke commissies komen voor wetgeving, communicatie, goede praktijken enz...

 

Terug naar boven

Bron: Peter Bosmans, Febecoop vzw, 2019.